De laatste dag dat Donovan thuis is, verloopt als een achtbaan van avonturen. Mijn computer wordt in beslag genomen door de kleine ontdekkingsreiziger, Donovan. In de tuin wieden of harken lijkt een terugkerend ritueel, maar ook het fotograferen van ons vriendje Nijntje en de bloemetjes staat hoog op het dagelijkse programma.
Donovan, liefdevol en speels, zal in april vijf jaar worden. Hij bootst me na, doet alsof hij als een grote gast kan ‘computoeteren’. Gelukkig weet ik raad met zijn fratsen, want hij heeft ontdekt dat de computer geluiden kan maken, zelfs als een hinnikend paard. Mijn compie moet echter bewaakt worden, want de vrees voor ongewenste downloads of zelfs een Trojaans paard ligt op de loer.
De verbazing is groot als ik terugkom en ontdek dat Marco, nog geen twee jaar oud, op mijn stoel zit en zelfverzekerd naar de muis grijpt. Het lijkt erop dat ze allemaal snel opgroeien en hun weg vinden naar de digitale wereld. Neha staat waarschijnlijk als volgende op het programma, en wie weet wie daarna komt.
Dan komt de onvermijdelijke vraag van Donovan: “Moeder, ik wil een compie erbij.” Moeder kijkt boos, maar op de achtergrond klinkt de stem van Marco: “Mama, ik wil ook een compoejter.” Ik kijk hem aan, tevreden met mijn levendige gezin, knik instemmend en antwoord met een glimlach, “Goed, als je braaf bent, mag jij deze op je kamer als ik mijn nieuwe…” Want toegeven doe ik altijd, waarschijnlijk omdat ik zoveel van ze hou.