Copyright 5PS (7)
Je was een slecht mens. Je werd beoordeelt en veroordeelt. Je werd berecht en terechtgesteld. Alleen nooit, nooit was er ene die vroeg naar het hoe of waarom!
Maks copyright JPS (3)

Jean Pascal Salomez

Copyright

Jaren later, na een straf van 13 jaar. De deuren openen zich en men komt in een maatschappij. Een maatschappij waarvan men beweert dat het er aangenaam en goed leven is. Maar helaas weet ik ondertussen wel beter. Na jaren opsluiting heb ik tussen moordenaars, dieven, verkrachters en dergelijke meer moeten leven. En als er iets was wat ik daadwerkelijk gemerkt had dan was het wel dat dezen nog niet eens zo slecht waren. Dat de zwaarste criminelen niet in de gevangenis zitten.

De moordenaars die ik er kende hadden vaak een historie van moegetergd zijn en fatale beslissingen die tot de dood leidden. Dieven waren heel erg vaak mensen die tot wanhoop gedreven werden omdat ze zich niet konden veroorloven wat die zogenaamde goede maatschappij hun voor ogen hield. En als een kind niet krijgt wat ie wil!  Verkrachters, Laat ik het daar maar niet over hebben. Kijk es MTV en voel dan es in je kruis.

Maar goed, wat bezielt mij. Na jaren van opsluiting ben ik aan het werk gegaan. Ik sleepte een heel erg zwaar verleden met mij mee. Toch wist ik dat ik nog genoeg krachten kon opbrengen om mijn leven weer overnieuw te beginnen. Alleen, ik miste iets, of iemand, om van te houden. Iets of iemand welke men lief kon hebben en waarvan men wist dat ze steeds aan je zijde zou staan. Je zou steunen tijdens kwalijke momenten. Ik heb gehuild in mijn bed omdat ik geen gezinsleven had. Lag nachtenlang wakker te piekeren over het hoe en waarom. Ontmoette toen een blonde vrouw. Kreeg kindjes, verloor kindjes. Het duurde alles samen vele jaren de ellende die ze over me had gebracht.

Binnen deze periode heb ik meer verdriet gekend dan wanneer ik opgesloten zat in de dertien gevangenissen waarin men mij had onder gebracht. De eerste week dat ik haar kende gaf ik haar vierhonderd Gulden en de mededeling dat mijn appartement het hare was. De tweede dag belde ze mij dat ze mij miste en op den dool was. Ik vond het te begrijpen en merkte niet dat haar zinsverbijstering te maken had met het innemen van heroïne. Liet haar zelfs aan boord komen en liet haar als Matroos tewerkstellen bij de VT. Samen varen op de Vessem leek mij het einde te zijn. Tot we boodschappen nodig hadden en het vrouwtje de wal op moest. Gedrogeerd terug kwam en deed of het niet eens zo was.

Ach goed, het was een probleem. Maar ik had ooit zoveel problemen gekend dat ik besloot de slachtofferrol op mij te nemen en haar te helpen. Tenminste, dat dacht ik. Of, ik was het eendenkuiken dat achter de moeder aanloopt wanneer het uit het ei komt.

Ik kocht een bootje en scheidde ons af van de buitenwereld. Het was het einde, leek het mij. We lagen enkele weekjes voor anker en er leek mij geen probleem. Of, ik wou het probleem mogelijk niet zien. Tot die dag dat ze sprak. Ze zei niet hoeveel ze om mij gaf, wel dat ze geen spul meer had en het jammer vond dat ze net mij dat verdriet aandeed. Ik wist niet wat mij overkwam en even leek het mij of ik in een roes van vertwijfeling terecht kwam. Waarom ik, twaalf jaar achter de rug en vooral veel angst om weer te falen. Ik wist dat de mensheid hard kon zijn. Niet dat de mens zo hard kon zijn en je tegelijkertijd in je kont kon neuken. Want dat was wat mijn lieve vrouwtje deed. Ze vond het zalig zo een ventje welke bang was ooit weer te falen en wist het met een verduivelde geraffineerde slinksheid te misbruiken in haar egoïstische voordeel.

En het leven, dat ging maar door, acht jaar. En ze laat na, drie kindjes. En eentje neemt ze, waarschijnlijk, mee in haar buik. Ze drinkt een pintje en geeft het wat heroïne. Is het rustig het kindje in de buik.

En wanneer men niet meer samen kan leven is er soms toch nog weleens de gedachte.

Wanneer een kind opeens bij nacht rechtop in zijn bedje zit en huilt en schreeuwt dat hij naar Mama wil. Je schrikt en voelt dezelfde pijn als welke je kind voelt. Je houdt je sterk en verbergt de tranen. Je troost je kind en wikt en weegt je woorden. Je mag een kind immers niet zeggen dat terwijl hij aan het huilen is diezelfde Mama mogelijk niet eens aan hem denkt. Je mag een kind immers niet zeggen dat Mama het avontuur kiest en er daarom niet kan zijn om hem te zien evolueren. Je mag een kind niets zeggen over wat Mama verkeerd doet.

Even later is het kind getroost en ligt men weer in hetzelfde bed met naast hem een lege plaats. Je vraagt je af of zij nu ook in een bed ligt. Of er naast haar nu ook een lege plaats zou zijn. Zou ze denken aan haar kroost en evenveel verdriet kennen als wij hier. Zou ze spijt hebben van haar daden en zou ze soms niet eens eraan denken dat haar kinderen toch wel het belangrijkste in het leven is. Of zou ze beneveld zijn en niks geven om de verloren tranen van een kind.Feit is wel dat het ondertussen meer dan ruimschoots een maand geleden is dat diezelfde moeder nog naar haar kinderen heeft omgezien. En onderwijl zijn er verhalen welke men hier en ginds hoort.

Wat me het meeste opvalt aan deze verhalen is dat het uiteindelijk slechts om het ene gaat. Dat daarbij de eigen verlangens de voorkeur bepalen – en niet deze van de kinderen – is iets wat heel erg sterk naar voor komt. Deze egoïstische instelling is zo verwerpelijk. Om het even wat een ander ervan denkt. De ervaringswereld …

Maar de nacht die gaat voorbij, tergend langzaam. Je meest geliefde droomt een droom. Hopelijk is het een aangename droom. De kleinsten zijn zich nergens van bewust en slapen hun slaapje. Straks mag Donovan naar school en weet hij zijn zinnetjes te verzetten. En ik, sta maar weer op. Maak wat koffie en leef met de verloren jaren.Twaalf jaar en acht jaar. Zonde van de pijn.

Tijd dan maar voor een nieuw begin want aan situaties die ik niet in de hand heb zoals de laatste gebeurtenissen geef ik al mijn energie weg en die gaat verloren. Vanaf nu richt ik mijn leven zo in dat ik er meteen helemaal kan zijn als mijn 3 kinderen me nodig hebben. Nu of over meerdere jaren. En probeer te zorgen dat niet langer een ander mijn leven en gemoedstoestand bepaalt. Ik weet dat dat heel moeilijk is maar aan wat ik nu voel hebben mijn kinderen ook niks.

 


Immers

Ik dacht dat ik jou kon vertrouwen
Ik dacht vooral alleen aan jou
Aan echte liefde moet je bouwen
Dus wat maak jij me nou