Ze vindt het wel wat ons Neha. Een pet ofte een muts vindt ze wel leuk. Deze middag was ze weer eens ten aanval gegaan op de kist waar al dat goed in verborgen zit. Deze pet heeft ze zowaar een half uur op haar toeter gehad.
En achteraf, achteraf was ik het weer die het op mocht ruimen. Het is steeds ik die op moet ruimen. Wat verlang ik naar komende Maandag wanneer de kuisvrouw weer komt helpen. Er zal een zware last van mijn schouder vallen. Het is nu de derde maand dat ik het huis steeds op en top weet te houden. Hoelang ik dat vol zou houden weet ik niet.
Maar Maandag is er de welgekomen hulp dus. Eindelijk, dan kan ik er ondertussen ook eens alleen op uit. Of er gaat er eentje mee achteraan op de fiets. Houden ze van. Hou ik ook van, fietsen, de natuur in, kleine weggetjes. Weg van de drukte, de gekte, het doen alsof … weg, weg, weg.
Voor mijn ongeluk fietste ik zo naar Den Helder, Antwerpen, noem maar op, Amsterdam … Men wordt kreupel geslagen en men kan niks meer. Of t’ja, lopen kan ik dan weer wel. Hardlopen, marathons. Neen, dat niet meer. Ooit was ooit blijkt hier. En toch, mijn kinderen, zal ik het ooit weer.