Om problemen met een zwangere moeder die verslaafd is aan heroïne aan te pakken, moet de persoon zelf bereid zijn om aan het probleem te werken. Ik ben me daar in ieder geval bewust van, maar hulpverlenende instanties lijken dat niet te zijn. Daarom is het niet vanzelfsprekend om iemand tegen zijn of haar wil te laten opnemen voor ontwenning. Wettelijk gezien zijn er namelijk maar weinig mogelijkheden voor gedwongen ontwenning van mensen die een gevaar vormen voor zichzelf of hun directe omgeving.
Hier staat men machteloos tegenover het druggebruik van heroïne gebruikende moeder!
“Ze overschrijden vaak grenzen en lijken ongevoelig voor enige vorm van redenering. Ze weten op slimme wijze het professionele werk van hulpverleners te omzeilen, waardoor het kind misbruikt kan worden zonder dat de hulpverleners dit doorhebben. Ik heb eerder gewaarschuwd voor het falende beleid van hulpverlenende instellingen zoals CAW in België. Wees daarom voorzichtig met vrijwillige hulpverleners en hun overtuiging van hun zogenaamde professionaliteit. Hun ervaringswereld is vaak beperkt tot de leefomgeving en ze hebben vaak een gebrek aan kennis over de levensloop van de persoon in kwestie. Dit zorgt ervoor dat deze hulpverleners vaak geen inzicht hebben in de werkelijke problemen waarmee de gebruiker te maken heeft.
Hoewel heroïnegebruik niet strikt onder deze definitie valt, wordt gedwongen afkicken slechts in zeldzame gevallen aan iemand met heroïneproblemen opgelegd.
In de Belgische wetgeving zijn er twee procedures mogelijk om tot gedwongen afkicken te komen: een spoedprocedure via de Procureur des Konings komt vaker voor dan de procedure via de vrederechter. Het is echter de vrederechter die over een beschermende maatregel moet oordelen. Hij of zij bepaalt de uitspraak aan de hand van een medisch dossier. Een probleem dat zich voordoet, is dat de instelling die heroïnemoeders begeleidt, vaak van mening is dat er geen gebruik van heroïne kan worden vastgesteld, zelfs als er wel sprake is van gebruik. Dit leidt tot een gebrek aan professionaliteit.
Bij een spoedprocedure wordt de persoon onmiddellijk opgenomen, maar de vrederechter kan pas na tien dagen beslissen dat verdere opname niet meer nodig is. Bij een gewone procedure heeft de vrederechter tien dagen de tijd om een uitspraak te doen. Als de uitspraak positief is, wordt de persoon veertig dagen in observatie genomen. De vrederechter kan beslissen om deze periode te verlengen tot maximaal twee jaar. In beide gevallen dient de aanklager te beschikken over voldoende gegevens die aantonen dat er sprake is van een gevaarlijke situatie.”