Ze zien je dus,
Ze weten het,
Ze weten alles.
s’ Nachts als je slaapt,
Kijken ze,
Denken ze er heimelijk over,
Hoe ze je zullen aanpakken,
Vernietigen en vermorzelen.
Ze kennen je immers ,
Door en door,
Ze zien haast de bewegingen die je maakt.
De tijd tikt,
De zenuwen staan onder hoogspanning,
Ze leven in eeuwige angst want ze worden altijd gezien.
Als ze lopen over straat,
Hand in hand met geliefden,
Hoe weten ze dan dat ene niet een van hen is.
Misschien hebben ze dit altijd al beraamd,
Misschien heeft iedereen alles altijd al beraamd,
Hoe kan men vrienden en familie vertrouwen,
Zij zijn immers de grootste vijand.
Wat dachten ze van mij,
Aanzagen ze mij als een vijand,
Koesterden ze boze plannen om me straks aan te vallen,
Of was het gewoon de vreedzame blik van dat wezen,
Dat de puur menselijke haat en hebzucht niet kent,
En gewoon aanschouwd.
Het leven zoals het is
Gerelateerde Berichten
De Wanorde Van Mijn Ziel
Dit gedicht verkent de thema’s van individualiteit, rebellie en de onrustige zoektocht naar vrijheid. Vanuit een anarchistische blik breekt het met traditionele structuren en verwachtingen. De spreker staat als een eenzame, vastberaden stem in de duisternis, een kracht die zich niet laat binden door regels, macht, of maatschappelijke normen. Met ironie en trots, worden symbolen zoals de “goedemorgenboom” en het “Vlaamsche vlakke land” tot beelden van verzet en spot, terwijl de spreker onverschrokken zijn eigen weg zoekt. Hier wordt liefde niet gezien als bezit, maar als een wilde, vrije kracht die niet geketend kan worden.
Ook de relatie tot anderen, zoals “de kinderen van de nacht,” wordt benadrukt als een band van aanwezigheid en kracht, zonder de conventionele verwachting van nabijheid of afhankelijkheid. Het gedicht suggereert dat ware verbondenheid niet hoeft te bestaan binnen traditionele kaders; in plaats daarvan worden kracht en steun op een subtiele, eigenzinnige manier geuit. De boodschap verwerpt het idee van “perfectie” en “pracht” als doelen in het leven en benadrukt in plaats daarvan de waarde van onafhankelijkheid en zelfontplooiing.
Met een vlaag van mysterie en melancholie roept het gedicht op tot een anarchistisch bestaan, een leven waarin de spreker zich niet vastklampt aan vastomlijnde idealen, maar vrijuit beweegt door chaos en wanorde, als een vonk in de duisternis. Het is een lofzang op een persoonlijke vrijheid, een uitdaging aan elk conventioneel pad, en een ode aan de kracht van zelfgekozen wegen en ongebaande paden.
Lees MeerGeraag Langs de Waterkant
Het filosofische debat over vrije wil en de noodzaak van kwaad is al eeuwenlang een centraal onderwerp in zowel de filosofie als de theologie. Het kernidee is dat echte keuzevrijheid alleen mogelijk is als individuen in staat zijn om zowel goed als kwaad te kiezen. Dit maakt morele verantwoordelijkheid mogelijk, aangezien moraliteit veronderstelt dat mensen bewust kunnen kiezen tussen tegengestelde opties.
Voorstanders van dit standpunt, zoals Augustinus en Thomas van Aquino, stellen dat zonder de mogelijkheid om kwaad te doen, er geen ware vrije wil bestaat. Het overwinnen van verleidingen en het weerstaan van kwaad wordt ook gezien als essentieel voor morele groei en de ontwikkeling van deugd.
In de theologie wordt dit argument vaak gebruikt om de aanwezigheid van kwaad in een door God geschapen wereld te verklaren. Het bestaan van vrije wil, inclusief de keuze om kwaad te doen, wordt gezien als noodzakelijk om ware liefde en goedheid te laten ontstaan.
Critici van dit standpunt, zoals John Stuart Mill en David Hume, wijzen echter op het bestaan van excessief kwaad, zoals genocide en natuurrampen, die moeilijk te verzoenen zijn met dit argument. Sommigen, zoals compatibilisten, betogen dat vrije wil ook zonder de noodzaak van kwaad kan bestaan, zolang mensen bewuste en betekenisvolle keuzes maken.
Het debat blijft een complex en intrigerend filosofisch vraagstuk, dat fundamentele aspecten van moraliteit, verantwoordelijkheid en de menselijke conditie raakt.
Lees Meer