Op een laddertje sta ik,
terwijl de zwaartekracht haar greep verliest.
Mijn verlangen om te reiken,
wordt belichaamd door ledematen die uitrekken,
tot ze zich om de sterren heen wikkelen.
En dan, in een ogenblik van helderheid,
besef ik dat ik val,
niet naar beneden,
maar in een spiraal omhoog.
De sterren blijven schitteren,
maar hun licht verandert,
wordt grillig en onvoorspelbaar.
Ik kruip, strijdend om mezelf vast te houden,
mijn grip versterkt door het gewichtloze,
terwijl de sterren om mij heen dansen,
hun kleuren veranderen en verdwijnen.
Ik verlies mezelf in deze surrealistische wereld,
waar de wetten van de natuur worden herschreven,
en ik weet dat ik later weer zal proberen,
om weer op die ladder te staan,
om mezelf te verliezen in dit verblindende universum.