In 1877 maakte de gevangenispopulatie al meer dan het dubbele uit van de oorspronkelijke Kanakes.
Nieuw-Caledonië werd ingenomen door Frankrijk op 24 september 1853. Oorspronkelijk was het de bedoeling het eiland vooral te gebruiken als deportatie-oord. Galeiboeven en politieke gevangenen werden erheen verscheept en vormden er de eerste blanke kolonie.
De geschiedenis van de Kanaken, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Caledonië, is er een van koloniale onderdrukking en strijd voor autonomie. Frankrijk nam Nieuw-Caledonië in op 24 september 1853 met het doel het eiland als deportatie-oord te gebruiken. Galeiboeven en politieke gevangenen werden erheen gestuurd en vormden de eerste blanke kolonie. De Kanaken werden in reservaten geplaatst, hadden geen stemrecht, en hun opstanden werden bloedig onderdrukt.
In 1957 kregen alle Kanaken voor het eerst stemrecht. Een jaar later koos de Assemblée territoriale voor het statuut van Territoire d’Outre-Mer, terwijl andere Franse kolonies in Afrika voor autonomie en onafhankelijkheid kozen. Vanaf 1963, door massieve Europese immigratie, waren de Kanaken niet langer de meerderheid op hun eiland. Vanaf 1969 voerden de eerste academisch geschoolde Kanaken de strijd voor hun cultuur en bestaan aan.
Het culturele festival Melanésia 2000, georganiseerd door Jean-Marie Tjibaou, markeerde de geboorte van het moderne Kanaakse bewustzijn. Dit leidde in 1979 tot een grote verkiezingsoverwinning voor de onafhankelijkheidsbeweging en in 1984 tot de oprichting van het FLNKS. De spanningen tussen de autochtone bevolking en de kolonisten leidden tot slachtoffers aan beide kanten.
In 1986, met de komst van een rechtse regering in Frankrijk, werd de autonomie hardhandig teruggedraaid en de Kanaken werden opnieuw in bewaakte reservaten geplaatst, wat escaleerde in het bloedbad van Ouvéa. De socialistische regering van Michel Rocard bracht vervolgens rust met de akkoorden van Matignon in 1988, waarmee een vreedzame oplossing werd nagestreefd in plaats van een verscheurend referendum in 1998.
De recente akkoorden erkenden het Kanaakse gewoonterecht en de oprichting van een Kanaakse senaat, en introduceerden bijzondere verkiezings- en arbeidsregels om de oorspronkelijke bevolking te bevoordelen. Deze maatregelen, hoewel ogenschijnlijk discriminerend, zijn bedoeld om de historische onrechtvaardigheden tegenover de Kanaken te corrigeren. Zo hoopt men een betere toekomst te bieden aan de Kanaken, die nog steeds strijden voor gerechtigheid en erkenning.