Vanuit een filosofisch oogpunt kan de uitdrukking worden geïnterpreteerd als een verwijzing naar de eenheid van alles in het universum, waarbij alle dingen en gebeurtenissen onderling verbonden zijn en elkaar beïnvloeden.

Sommige mensen gebruiken de uitdrukking "de wereld is één" om aan te geven dat de verschillen tussen mensen, zoals cultuur, ras, religie en nationaliteit, minder belangrijk zijn dan de overeenkomsten die we delen als menselijke wezens.

De kalender die wij kennen telt slechts 2000 jaren

Hoe komt het dat er opgravingen in India en omstreken zijn die duizenden jaren dateren, terwijl onze kalender amper tweeduizend jaar telt? Dit is een vraag die veel mensen zich stellen als ze horen over de fascinerende vondsten die archeologen doen in deze regio. In deze zullen we proberen een antwoord te geven op deze vraag, door te kijken naar de geschiedenis, de cultuur en de wetenschap achter deze opgravingen. 
De reden dat er archeologische opgravingen zijn in India en omstreken die duizenden jaren teruggaan, terwijl onze kalender amper tweeduizend jaar telt, is te wijten aan verschillende factoren. Ten eerste heeft India en omstreken een van de oudste en rijkste geschiedenissen ter wereld, die teruggaat tot de prehistorie. Ten tweede hebben archeologen verschillende methoden en technieken ontwikkeld om informatie te verkrijgen over hoe mensen vroeger leefden, wat ze deden, wat ze dachten en hoe ze zich ontwikkelden. Dit heeft geleid tot spectaculaire vondsten die getuigen van een hoog niveau van technologie, kunst en wetenschap. Ten derde zijn er veel verschillende kalendersystemen ontwikkeld door verschillende culturen over de hele wereld, waarvan sommige nog steeds in gebruik zijn vandaag de dag. In India en omstreken wordt bijvoorbeeld de hindoeïstische kalender gebruikt, die dateert van meer dan 3000 jaar geleden en gebaseerd is op cycli van zon- en maanstanden.
 
De geschiedenis van India en omstreken is een van de oudste en rijkste ter wereld. Al sinds de prehistorie hebben mensen zich gevestigd in dit gebied, dat een grote diversiteit aan landschappen, klimaten en natuurlijke hulpbronnen biedt. De eerste beschavingen ontstonden rond de Indusvallei, waar steden als Harappa en Mohenjo-Daro bloeiden tussen 2500 en 1900 v.Chr. Deze steden hadden een geavanceerde stedelijke planning, een eigen schriftsysteem en een complexe sociale organisatie. Ze dreven ook handel met andere culturen, zoals Mesopotamië en Egypte. 
 
Na de ondergang van de Indusbeschaving volgden er verschillende periodes van migratie, invasie en integratie van diverse volkeren en culturen in India en omstreken. Zo kwamen er onder andere de Ariërs, de Perzen, de Grieken, de Maurya’s, de Kushana’s, de Guptas, de Hunnen, de Arabieren, de Turken, de Mongolen, de Mughals, de Europeanen en de Britten. Al deze groepen hebben hun sporen nagelaten in de geschiedenis, de kunst, de religie, de taal en de genetica van India en omstreken. 
 
De archeologie is een wetenschap die zich bezighoudt met het opgraven en bestuderen van materiële resten uit het verleden. Archeologen gebruiken verschillende methoden en technieken om informatie te verkrijgen over hoe mensen vroeger leefden, wat ze deden, wat ze dachten en hoe ze zich ontwikkelden. Archeologische opgravingen worden uitgevoerd door wetenschappelijke instituten of commerciële bedrijven met een opgravingsvergunning. Ze worden meestal voorafgegaan door een prospectie of een verkennend onderzoek om te bepalen of er archeologische sporen of resten aanwezig zijn op een bepaalde locatie. 
 
Archeologische opgravingen in India en omstreken hebben in de loop der jaren veel spectaculaire vondsten opgeleverd die ons meer leren over de oude beschavingen en culturen die hier bestonden. Zo zijn er bijvoorbeeld resten gevonden van paleizen, tempels, forten, graven, munten, beelden, sieraden, gereedschappen en artefacten van verschillende materialen zoals aardewerk, steen, metaal en textiel. Sommige van deze vondsten dateren van duizenden jaren geleden en getuigen van een hoog niveau van technologie, kunst en wetenschap. 
 
Onze kalender is gebaseerd op het christelijke geloof dat Jezus Christus ongeveer tweeduizend jaar geleden werd geboren. Daarom tellen we onze jaren vanaf het jaar 1 na Christus (n.Chr.) of Anno Domini (A.D.). Dit betekent echter niet dat er voor die tijd geen geschiedenis was of dat er geen andere kalenders bestonden. Sterker nog, er zijn veel verschillende kalendersystemen ontwikkeld door verschillende culturen over de hele wereld. Sommige daarvan zijn nog steeds in gebruik vandaag de dag. 
 
Een voorbeeld van zo’n kalender is de hindoeïstische kalender, die wordt gebruikt door veel mensen in India en omstreken. Deze kalender is gebaseerd op cycli van zon- en maanstanden en heeft verschillende varianten afhankelijk van de regio en de religie. De oudste versie van deze kalender, de Vedische kalender, dateert al van meer dan 3000 jaar geleden. De huidige hindoeïstische kalender begon in het jaar 3102 v.Chr., volgens de mythische gebeurtenis van de Kali Yuga. Deze kalender is gebaseerd op een cyclus van 60 jaar, die is verdeeld in twaalf maanden van 29 tot 32 dagen.

Daarnaast zijn er nog andere kalendersystemen die in India en omstreken worden gebruikt, zoals de boeddhistische kalender, de sikh-kalender en de islamitische kalender. Deze kalenders zijn gebaseerd op verschillende berekeningen en gebeurtenissen, zoals de geboorte of dood van een profeet, de wisseling van seizoenen of de maancyclus.

Kortom, de archeologische opgravingen in India en omstreken leveren ons veel inzicht op in de geschiedenis en de cultuur van deze regio. De vondsten die worden gedaan, dateren soms van duizenden jaren geleden en getuigen van een rijke en gevarieerde geschiedenis. Het is belangrijk om te beseffen dat onze kalender slechts één van de vele kalendersystemen is die door verschillende culturen worden gebruikt en dat er dus meer geschiedenis is dan onze eigen kalender doet vermoeden.

De oorsprong en betekenis van de westerse maatschappij

De westerse maatschappij is een term die vaak gebruikt wordt om een groep landen aan te duiden die cultureel, economisch en politiek verwant zijn en die een dominante rol hebben gespeeld in de wereldgeschiedenis. Maar wat betekent het eigenlijk om westers te zijn? En waar komt deze term vandaan?

In dit hoofdstuk wil ik ingaan op de oorsprong en de betekenis van de term ‘westerse maatschappij’ en de vraag stellen waarom deze maatschappij zijn afkomst niet erkent. Ik zal betogen dat de westerse maatschappij een constructie is die gebaseerd is op een selectieve en exclusieve visie op de geschiedenis, die veel andere invloeden en bijdragen negeert of marginaliseert.

De term ‘westerse maatschappij’ is ontstaan in de context van het Romeinse Rijk, dat zich opdeelde in een westelijk en een oostelijk deel. Het westelijke deel werd gekenmerkt door het Latijnse taal- en cultuurgebied, terwijl het oostelijke deel onder invloed stond van het Griekse erfgoed. Deze tweedeling werd versterkt door de verspreiding van het christendom, dat zich in verschillende vormen ontwikkelde in het westen (rooms-katholiek en protestants) en in het oosten (orthodox).

De westerse maatschappij heeft zich vervolgens verder ontwikkeld door een reeks culturele stromingen en ontwikkelingen, zoals de renaissance, het humanisme, de Verlichting, de industriële revolutie, het kolonialisme, het liberalisme, het kapitalisme en de democratie. Deze stromingen en ontwikkelingen worden vaak gezien als typisch westers en als bronnen van vooruitgang, beschaving en universaliteit.

Maar deze visie op de westerse maatschappij is problematisch om verschillende redenen. Ten eerste gaat het voorbij aan het feit dat veel van deze stromingen en ontwikkelingen niet exclusief westers waren, maar juist beïnvloed of geïnspireerd werden door andere culturen en tradities. Zo was de renaissance mede mogelijk gemaakt door de kennisoverdracht vanuit de Arabische wereld, die op haar beurt weer schatplichtig was aan de Griekse, Perzische en Indiase filosofie. De Verlichting was ook geen puur westerse aangelegenheid, maar stond in dialoog met andere denkbeelden uit Azië en Afrika. En het kapitalisme en de democratie waren niet alleen producten van de westerse rationaliteit, maar ook van historische omstandigheden, machtsverhoudingen en conflicten.

Ten tweede gaat deze visie op de westerse maatschappij ook voorbij aan de diversiteit en complexiteit binnen deze maatschappij zelf. Het westen is geen homogene entiteit, maar bestaat uit verschillende landen, regio’s, talen, religies, etniciteiten, klassen, geslachten en seksualiteiten. Er is geen eenduidige of essentiële westerse identiteit, maar een veelheid aan identiteiten die voortdurend veranderen en onderhandelen. Bovendien zijn er ook veel spanningen en tegenstellingen binnen de westerse maatschappij, die vaak leiden tot conflicten, ongelijkheid en uitsluiting.

Ten derde gaat deze visie op de westerse maatschappij ook voorbij aan de gevolgen en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit deze maatschappij. Het westen heeft niet alleen een dominante rol gespeeld in de wereldgeschiedenis, maar ook een destructieve rol. Het westen heeft veel andere culturen onderdrukt, uitgebuit, vernietigd of vergeten. Het westen heeft ook veel schade aangericht aan het milieu, de mensenrechten en de vrede.

Waarom geen mondiale wereld?

De term mondialisering, of globalisering, verwijst naar het proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie, dat mogelijk wordt gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van vervoer, telecommunicatie, handel en kapitaalstromen. Het idee achter mondialisering is dat het leidt tot meer welvaart, vrede en samenwerking tussen landen en regio’s. Maar is dat ook zo? En wat zijn de gevolgen van mondialisering voor de wereldproblemen die we vandaag de dag kennen? 
 
Hier wil ik een kritische blik werpen op de voor- en nadelen van mondialisering, en de vraag stellen waarom we geen mondiale wereld nastreven, waarin we gezamenlijk en democratisch oplossingen zoeken voor de uitdagingen waar we voor staan. Ik zal betogen dat mondialisering niet alleen kansen biedt, maar ook risico’s en kosten met zich meebrengt, die vaak ongelijk verdeeld zijn over de wereldbevolking. Ik zal ook laten zien dat mondialisering niet onvermijdelijk of onomkeerbaar is, maar afhangt van politieke keuzes en machtsverhoudingen. Tot slot zal ik pleiten voor een alternatief model van mondiale samenwerking, dat gebaseerd is op het principe van Simpol: simultane beleidsimplementatie. 
 
De voordelen van mondialisering 
 
Mondialisering heeft onmiskenbaar veel voordelen opgeleverd voor de mensheid. Het heeft bijgedragen aan de groei van de wereldeconomie, de vermindering van armoede, de verspreiding van kennis en innovatie, de verbetering van de gezondheid en de levensverwachting, en de versterking van de mensenrechten en de democratie. Mondialisering heeft ook gezorgd voor meer culturele diversiteit, tolerantie en solidariteit tussen verschillende groepen en individuen. Mondialisering heeft ons bewust gemaakt van onze onderlinge afhankelijkheid en onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het welzijn van onze planeet. 
 
De nadelen van mondialisering 
 
Maar mondialisering heeft ook een keerzijde. Het heeft geleid tot meer ongelijkheid, onzekerheid, uitbuiting, vervuiling, conflicten en crises. Mondialisering heeft de macht van nationale overheden ondermijnd en overgedragen aan multinationals, financiële instellingen en supranationale organisaties, die vaak weinig democratische legitimiteit of controle hebben. Mondialisering heeft ook de culturele identiteit en soevereiniteit van veel landen en volkeren aangetast of bedreigd. Mondialisering heeft bovendien een aantal wereldproblemen veroorzaakt of verergerd, zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, pandemieën, terrorisme, migratie en cybercriminaliteit. 
 
Waarom geen mondiale wereld? 
 
Gezien deze gemengde balans van mondialisering, zou men verwachten dat er een sterke behoefte is aan een mondiale wereld: een wereld waarin we samenwerken om de voordelen van mondialisering te vergroten en de nadelen te verminderen; een wereld waarin we eerlijk en effectief omgaan met de wereldproblemen die ons allemaal aangaan; een wereld waarin we respect hebben voor elkaars verschillen en belangen, maar ook streven naar gemeenschappelijke waarden en doelen. 
 
Maar waarom bestaat zo’n mondiale wereld niet? Waarom slagen we er niet in om mondiaal te denken en te handelen? Waarom blijven we vastzitten in een systeem van concurrentie, fragmentatie en kortetermijnvisie? Er zijn verschillende factoren die dit verklaren, maar ik wil me hier concentreren op één fundamentele oorzaak: het dilemma van mondiaal bestuur. 
 
Het dilemma van mondiaal bestuur 
 
Het dilemma van mondiaal bestuur houdt in dat er enerzijds een dringende noodzaak is voor mondiale samenwerking en actie om mondiale problemen aan te pakken, maar anderzijds ontbreekt er een effectief en democratisch mondiaal bestuur dat in staat is om deze samenwerking te coördineren en te implementeren. Dit dilemma wordt versterkt door de historische erfenis van het Westfaliaanse systeem van soevereine staten, waarin de macht en verantwoordelijkheid van staten beperkt is tot hun eigen territorium en waarin internationale samenwerking voornamelijk op vrijwillige basis en op basis van onderlinge afspraken plaatsvindt.

Dit systeem is niet goed uitgerust om de mondiale problemen van de 21e eeuw aan te pakken, die vaak grensoverschrijdend, complex en interafhankelijk zijn. Er is behoefte aan een nieuwe vorm van mondiaal bestuur, die rekening houdt met de noodzaak van mondiale samenwerking, maar ook met de diversiteit en de democratische legitimiteit van de verschillende actoren in de mondiale politiek.

Een alternatief model van mondiale samenwerking: Simpol

Een mogelijk alternatief model van mondiale samenwerking is gebaseerd op het principe van Simpol: simultane beleidsimplementatie. Dit is een bottom-up benadering van mondiale samenwerking, die gericht is op het coördineren van beleidsmaatregelen tussen verschillende landen op basis van gemeenschappelijke doelen en principes, zonder dat daarbij de soevereiniteit of de diversiteit van de deelnemende landen wordt aangetast.

Simpol is geen vervanging voor het bestaande systeem van internationale organisaties en verdragen, maar een aanvulling daarop. Het biedt een flexibeler en dynamischer kader voor mondiale samenwerking, dat rekening houdt met de veranderende omstandigheden en de complexiteit van de mondiale problemen.

Conclusie

Mondialisering biedt zowel kansen als risico’s voor de mensheid. Om de voordelen van mondialisering te vergroten en de nadelen te verminderen, is er behoefte aan mondiale samenwerking en actie. Het dilemma van mondiaal bestuur maakt echter een effectieve en democratische coördinatie van mondiale samenwerking moeilijk.