Terug naar de bergen, de west Vlaamse heuvels. Het land van vroeger. Mijn speelterrein. We verdwaalden er wel eens heen, tussen de bergen. De Zwarten, de Rooien, en in de verte de Cats. Maar wij, het meest op den kemmel, den hoogsten. Een dikke tiet in het vlaamsche landschap, een tiet omte strelen ofte te fotograferen zoals ik dat graag doe.
Ik herinner me nog goed hoe we daar deugnietestreken uithaalden als kinderen. We bouwden kampen van takken en bladeren, we klommen in de bomen en plukten appels en peren, we rolden van de helling af en lachten ons een breuk. We maakten ook ruzie met de andere kinderen van de buurt, die ons uitdaagden voor een wedstrijdje fietsen of voetballen, en een robbertje vechten. We waren niet bang om ons vuil te maken of om een schram op te lopen. We waren vrij en gelukkig en ver van huis.
Maar toen werd ik oudere en veranderde alles. ik vergat de bergen, de heuvels, het land van vroeger. Ik denk dat ik volwassen was geworden.
Nu ben ik teruggekeerd naar mijn geboortestreek, na jaren van afwezigheid. Ik heb mijn oude fiets van onder het stof gehaald en ben naar den Kemmel gereden. Ik heb de dikke tiet weer gezien, die nog steeds trots over het landschap waakt. Ik heb een foto genomen en op mijn computer opgeslagen. Ik weet wel dat ik hier thuis ben. Dat ik hier wil blijven. Dat ik hier weer wil spelen en lachen en leven. Terug naar de bergen, de west Vlaamse heuvels. Het land van vroeger.