Op avontuur op de planeet Aiag: waar dieren de rollen van mensen overnemen
Op de planeet Aiag heb ik tijdens een van mijn vele ruimtereizen het meest bevreemdende avontuur beleefd dat ik me kan voorstellen. Het ligt ver weg van hier, in een ander universum. Op deze planeet hebben de dieren de rol van de mens overgenomen, wat een noodzakelijke en natuurlijke evolutie bleek te zijn gezien de mentale toestand van de Aardse bevolking begon te dementeren. De evolutie heeft toen beslist dat het beter zou zijn als de rollen omgedraaid waren. Zo is de planeet Aiag een soort testcase geworden van Moeder Natuur.
Op deze planeet, zo zag ik de eerste dag, is het de hond die de mens uitlaat, het varken dat mensen vetmest in bio labs. Het bio lab van het varken, waar hun wetenschap en magie samenkomt! Ik zag het lab gelegen in het midden van een prachtig bos, het zag eruit als een paddestoel met een schoorsteen, omringd door gigantische knipogende paddenstoelen en beken van kristalhelder water. Zodra je het lab binnenstapt, word je begroet door een groepje vrolijke varkens die witte jassen dragen en bezig zijn met hun experimenten.
In het midden van het lab staat een gigantische machine, de “Humanator 2023”, die de kracht heeft om alle soorten mens te verwerken die je maar kunt bedenken – van gerookt tot gekruid tot zelfs chocolade-smaak! Aan de zijkant van de kamer vind je een enorme bibliotheek vol met boeken over menselijke anatomie, genetica, en alchemie. Het lab heeft ook een afdeling voor magische experimenten, waar de varkens toverdrankjes en elixers brouwen die de gezondheid van andere dieren kunnen verbeteren. Er is zelfs een speciale kamer waarin de varkens hun telepathische krachten kunnen gebruiken om te communiceren met andere dieren en planten. Kortom, het bio lab van het varken is een wel heel erg magische plek waar wetenschap en fantasie samenkomen en waar de varkens met hun slimme breinen en magische krachten hun nieuwsgierigheid naar hun wereld kunnen uiten.
En ondertussen, koeien die vrouwen kweken voor melk. Ik keek er waarlijk mijn ogen voor uit de kast, en terwijl ik mijn ogen uit de kast keek kwam een paard me ook nog eens vragen of hij een ritje op me mocht maken. Zoiets had ik mijn gezichtsvermogen nog nooit kunnen permitteren. Het was met deze toegestaan mijn gezichtsvermogen te aanschouwen deze wonderbaarlijke genetische misvattingen.
En zo aanschouwde ik ook de tweede dag de hele krakkemikkige reutemeteut. Het ritje voor het paard zat me nog dwars in de rug. Ik moest hier als mens verdikke heel erg goed uitkijken uit die smiezen van me. Mijn intergalactische paspoort hielp me daar gelukkig wel wat bij. Ze lieten mij met andere woorden redelijk met rust de wezens van de planeet Aiag. Want een hond dat mij zou uitlaten aan de halsband. Krakkemikke dikke fikke, neen hoor, ik mag er niet eens aan denken. Al zeker niet aan het varken dat mij in zijn bio lab wou huisvesten. Het zijn manipulatieve wezens die alles in hun doel bereiken door ernaar te streven en ik besloot dusdanig dat die wezens het eind van deze dag met mij niet zouden halen. Dus zette ik het op een drafje naar de volgende dag. Ik liet iedereen achter mij en de komende uren zou ik mijmerend terug denken aan hoe het op de planeet Aarde was en of hij nu werkelijk plat was.
De derde dag aangekomen werd ik wakker in een veel te klein kooitje van een kanarie terwijl de uil mij filmde voor een documentaire. Diezelfde uil die deed me oneerlijke voorstellen die me deden huiveren van bij de eerste woord uitlatingen omtrend het thema. Ik liet mijn ogen van de uil afdwalen toen, ondertussen vloog een vlieg op mij af met een giftige spuitbus onder de vleugels en verdelgde me haast. Even niet opletten en je bent er geweest op planeet Aiag. Gelukkig, een van zijn migratieroute afgeweken olifant verpletterde voor mijn neus de vlieg en ondertussen had hij bijna het overstekende konijn geraakt dat van plan was mij omver te rijden. Het konijn was woest en ontdaan van alle ellende op zijn weg. Ik had het wel gezien en verkende de planeet verder.
Die vierde dag kreeg ik het helemaal. Ik was weer ergens langs straat in slaap gesukkeld. Toen, tijdens diezelfde slaap, voelde ik plots iets en wederom plots kreeg ik een vishaak in mijn lippen geslingerd. Een vis had me vanaf de waterkant aan de haak geslagen en was bezig met me binnen te jengelen toen ik merkte dat ook onderwijl een haai en een walvis me in hun netten aan het vangen waren. Het was een doldwaas en bijna komisch en hilarisch avontuur. Ik wist niet wat me overkwam. Ik raakte uit de netten bevrijd toen een dolfijn net passeerde en trucjes aan het uitvoeren was en zo in dezelfde netten als ik verzeld raakte. Door het teveel aan gewicht scheurden gelukkig de netten, en lag ik bevrijd op dezelfde straat als waar ik een lekker tukkie had gedaan.
De vijfde dag. Toen kreeg ik het weeral eens helemaal wanneer een bever alle sluizen en dammen had opengezet. Ik werd op een stroom meegesleurd toen ik een schot hoorde dat mijn richting leek uit te komen. Ik keek om naar daar waar het schot gelost werd en mijn richting uitgestuurd door het overhalen van een trekker en zag de knal. Die knal vuurde de kogel en kwam steeds sneller dichterbij mijn richting en ik kon nog net het explosieve geschut ontwijken. Een fazant, zag me als prooi en ging op mij aan het jagen, en ik moest me haasten als ik de zesde dag wou halen. Dus liet ik de fazant begrijpen dat hij het jagen even moest staken en toen stapte ik met een gerust gesteld zenuwstelsel over naar de zesde dag. De overstap verliep rustig dit keer.
De zesde dag. Je gelooft het nooit, de fazant weer. Idd, die fazant, en maar kakelen dat het niet fair was want dat ik zijn prooi was en nog veel kukkuukuukkuk erbij en dwars er om heen. Hij zag me al aan het spit dwarrelen, en ik zag me verorberd worden. Dus was ik die dag snel beu en verlangde naar mijn volgende ruimtereis. Ik zette het op een lopen naar de zevende dag en viel in slaap onderweg, werd wakker in een visbokaal terwijl een kat me gretig aan het bestuderen was. De muis leidde hem af terwijl die de kaas van mijn tenen aan het snoepen was, en ik maakte van deze gelegenheid gebruik en ontsnapte als bij wonder.
Tijdens dat ontsnappen besefte ik dat mijn dadaistische dromen me in deze situatie had gebracht. Dat het een illusie was dit alles, dat alles goed en wijs was zoals het steeds was geweest. Het was al bij al geen kwade trip dat me een enorm veel plezier heeft gegeven. Ik stapte dus voldaan richting mijn ruimteschip en vertrok.
Op avontuur op de planeet Aiag
Op avontuur in de ruimte ver weg,
Op planeet Aiag, wat een vreemde plek.
Waar dieren de rollen van mensen overnamen,
Een evolutie om de mensheid te betamen.De hond die de mens uitlaat,
En het varken mensen in bio labs vetmaakt.
Een bibliotheek vol met boeken,
Over menselijke anatomie, genetica en toverdrankjes om te koken.De “Humanator 2023” machine,
Die menselijke smaken omtovert in het domein.
Wetenschap en fantasie, hand in hand,
Varkens met hun magische krachten, zo ingenieus en charmant.Maar koeien die vrouwen kweken voor melk,
En een paard dat op mijn rug wilde rijden, wat een elk!
Krakkemikke, dikke fikke, ik ben hier als mens niet op mijn gemak,
Manipulatieve wezens, ik maak hier snel mijn vertrek.In een kooitje van een kanarie,
Werd ik wakker terwijl de uil me filmde voor de tv.
Oneerlijke voorstellen, ik huiverde bij zijn woorden,
Maar gelukkig redde een olifant me van zijn akkoorden.Op Aiag is het een gekkenhuis,
Waar zelfs vliegen met giftige spuitbussen in de weer zijn, dat is niet pluis.
Een konijn dat bijna mij omverreed,
Ik besloot dat het genoeg was, tijd om te gaan, het is hier geen pret.