Enkele kilometers buiten de stad bevond zich de Duivelsgrot: een diep gat in de rotsige grond waar de Duivel en zijn kompanen woonden. Niemand durfde er in de buurt te komen. Maar op een dag nam de duivel twee beloftevolle jongemannen gevangen. Op foto’s die verspreid werden in de stad, was te zien dat de mannen gevangen gehouden werden in de martelkamer. Dat kon men niet zomaar laten gebeuren!
Enkele dappere mensen uit de stad besloten om de twee mannen ’s nacht uit de Duivelsgrot te bevrijden.
Ze spanden een net over het gat in de rotsgrond en wilden zich vandaar aan lange touwen naar beneden laten zakken tot in de grot om de mannen te bevrijden en zich terug omhoog te laten hijsen. Maar nog voordat de lange touwen in de grot konden zakken, klonk er bedwelmende muziek en flitsten er hypnotiserende lichten in het rond. Alle aanwezigen rond de grot werden hierdoor aangetrokken en begonnen vreemd te wiegen en te neuriën. Toen het licht doofde en de muziek wegebde, keerden ze allen met doffe ogen langzaam terug naar de stad, naar huis.
Aan de rand van de stad had een dame dit alles zien gebeuren. Ze was echter te ver verwijderd van het lichtspektakel en was gespaard gebleven van de hypnotiserende werking ervan. Toen het groepje mensen, duivelszombies nu, terugkeerde naar de stad, verstopte de dame zich gauw. Ze begreep dat de stad in gevaar was: de zombies zouden iedereen besmetten.
De daaropvolgende dagen probeerde de dame zo veel mogelijk mensen te waarschuwen voor de zombies en een manier te vinden om de zombies van de goede mensen te onderscheiden. Daarvoor moest ze zich wel onder de mensen begeven. Niemand sprak nog over de twee gevangen mannen.
Op een dag zat ze de bedrijvigheid rondom zich te bestuderen op een terrasje. Enkele tafeltjes verder zaten enkele oude dametjes te gieren van het lachen. Ze hadden elkaars ruiten stuk gegooid met stenen en daarna ook de ruiten van hun buren in gegooid. Als die vanavond thuis zouden komen, zouden ze op hun beurt de ruiten van hun buren ingooien en zo zou het spelletje verder gaan tot er geen ruit meer heel was in de straat. Hilariteit alom. Die waren duidelijk bezeten van de Duivel.
Er kwamen twee zakenmannen met doffe ogen aan het tafeltje van de vrouw zitten. Eén man scheen met een UV-lamp over de benen van de vrouw. Er verschenen vlekken op haar benen: vlekken van het duivelslicht?!? De andere man toonde haar een filmpje van een bewakingscamera aan de stadsrand. Op het filmpje zag je hoe de vrouw zich verstopte voor de terugkerende zombies: ze wisten dus dat ze alles gezien had, deze mannen waren duidelijk door de Duivel zelf gezonden!
“We willen je een job aanbieden,” zeiden ze met een dreigende stem. “We zoeken nog een secretaresse voor onze autogarage. Zou dat geen fijne job zijn?” “Nee,” antwoordde ze, “ik hou niet van auto’s.” “Denk er toch maar eens over na en kom morgen langs bij ons op ons bureau. Hier, drink een fruitsap van ons.” Nou, ze dacht er nog niet aan: ze zou niet gaan naar de garage om de potentiële job te bespreken en die fruitsap liet ze ook onaangeroerd staan. Ze vreesde dat het een duivelsdrankje was. Ze dronk haar eigen fruitsap leeg en ging naar huis. Maar hé, wat was dat daar nou langs de rand van de weg? De gracht lag vol modder, helemaal verstopt ! Dat kon ze zo toch niet laten: ze haalde gauw een schop en begon de gracht uit te graven. De modder gooide ze op de weg en op het boerenveld ernaast. Voila, dat was tenminste een fijne job, veel beter dan secretaresse in een stomme autogarage! Flink zweten en alle modder ijverig rondgooien. En ze bewees de stad er een dienst mee. Heerlijk.
Toen ze thuis kwam, trok ze met een tevreden zucht haar laarzen uit. En toen zag ze het: ze had bokkepootjes! Wat? Hadden die duivelszombies haar toch te pakken gekregen?! Die moeten ongemerkt een toverdrankje in haar glas gegoten hebben. Maar ze had toch net een goede daad verricht? En ze voelde zich er goed bij! Als ze bezeten was, zou ze enkel plezier beleven aan slechte daden. Of… zou je als duivelszombie dénken dat je goede daden verricht, maar eigenlijk foute daden verrichten? Zou het dan geen goede daad zijn om alle modder uit de gracht op de weg te gooien?