Er was eens een man, laten we het Michael noemen.
Hij deed zich voor als mijn beste vriend. Dat bleek elke dag weer uit de daden die hij tentoonspreidde. Alles kon, alles mocht en geen grens leek te vaag. Ik hoefde slechts met mijn ogen te knipperen en er werd gevolg gegeven. Een ware vriend. Maar die ware Michael had een duister kantje, zo bleek later. Hij raakte zeer gehecht aan mijn kinderen. Dat leek eerst geen probleem, maar dat bleek later wel een probleem. Toen ik nietsvermoedend, gelukkig en wel, met mijn kroost, aan de schoolpoort stond in De Panne, de plaats waar de kinderen naar school gingen, en dit toen we in Bray Dunes, Frankrijk, woonden.
Er kwam een vriendelijk elegante dame op mij af, het bleek het hoofd van het schoolgebeuren. Ze liet me op merkwaardige wijze een addertje onder het gras zien. Op haar verzoek om mij alleen te spreken, eindigde ik in haar kantoor. Daar vertelde ze me dat ze me eigenlijk niet mocht inlichten wegens regelgeving. Het feit dat ze me al langer in het vizier had brak haar hart open en tegelijk toonde ze me een brief. Een brief geschreven door die beste vriend. Die bewuste brief en de inhoud staan in mijn geheugen gegrift. Het was een doodsteek, recht in het hart van mijn gezin, en dat kerfde met een niet te vertieren pijn. Mijn wereld veranderde plotsklaps. Mijn beste vriend met wie ik geheimen, en moeilijkheden mee deelde.
De brief beschreef mijn gedrag door de ogen van Michael. Volgens hem was ik een crimineel mens dat de ondergang van zijn kinderen bewerkstelligde. Ik las de brief en werd overmand door tranen en emoties. Mijn zwartste gedachten namen de overhand en ik wilde het liefst dat die jongen tot duidelijk inzicht werd gebracht. De woorden in de brief waren kwetsend. Hij eiste mijn kinderen op en hoopte dat de schoolbegeleiding hem daarbij zou helpen.
Wat was de bedoeling van Michael? Waarom wilde hij mijn kinderen opeisen? Dat kan toch niet. Wat een redenering en logica. Soit, hij had het geprobeerd, maar het was hem niet gelukt. Instanties kwamen eraan te pas en toen bleek dat Michael homoseksueel was en het op mijn zoon had gemunt.
Dit is het verhaal van een vader die zijn leven zag instorten door een valse vriend. Een vriend die hem jarenlang had gemanipuleerd en bedrogen. Een vriend die zijn vertrouwen had misbruikt en zijn gezin had bedreigd. Een vriend die geen vriend was. Dat overkomt je dat soort zaken door vriendschap. Mij interesseert de drijfveer van hoe dat soort tot zulke daden komt. Dus laat ons een analyse maken en besluiten en het gelijk veralgemenen.
We hebben allemaal wel eens een vriend of vriendin gehad die ons verraden heeft.
Misschien hebben ze onze geheimen doorverteld, ons belachelijk gemaakt, ons in de steek gelaten of ons bedrogen. Hoe voelden we ons toen? Verdrietig, boos, teleurgesteld, verraden? Waarschijnlijk wel. Maar waarom? Waarom hechten we zoveel waarde aan vriendschap? Waarom verwachten we dat onze vrienden loyaal, eerlijk, betrouwbaar en zorgzaam zijn? Waarom denken we dat vriendschap iets echts en blijvends is? Het antwoord is simpel: omdat we onszelf voor de gek houden.
Maar, laten we niet vergeten dat er ook een ander perspectief is op vriendschap, namelijk dat van het dadaïsme. Dadaïsme was een kunstbeweging die in de jaren 1910-1920 opkwam als reactie op de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Dadaïsten geloofden dat alle gevestigde waarden en normen in de samenleving waardeloos waren geworden en dat de enige manier om deze waanzin te overleven was om de spot te drijven met deze waarden en normen.
In de ogen van de dadaïsten was vriendschap juist een belangrijk middel om de absurditeit van de samenleving aan de kaak te stellen. Zij zagen vriendschap als een wapen tegen de eenzaamheid, de vervreemding en de onderdrukking die zij om zich heen zagen. Voor de dadaïsten was vriendschap een manier om samen te werken, te experimenteren en te creëren.
Dadaïsten zagen vriendschap niet als een illusie, maar als een mogelijkheid om nieuwe vormen van menselijk contact en expressie te ontdekken. Zij geloofden dat vriendschap niet gebaseerd hoefde te zijn op loyaliteit, betrouwbaarheid en voorspelbaarheid, maar op spontaniteit, humor en wederzijds begrip. In de woeste wereld van de vriendschap, waar de vlammende vlammen van vriendschap branden als kaarsen in de wind, zijn er geen regels, geen wetten, geen grenzen. Het is een wilde, ongetemde wildernis van kameraadschap en camaraderie, waar alleen de sterksten overleven en de zwaksten ten onder gaan in de modderpoelen van de vergetelheid. Vriendschap is een verzengende storm van emoties, een wervelwind van gevoelens die ons meesleurt in een razernij van ongebreidelde passie. Het is een vuur dat brandt in onze harten, een explosie van kleur en geluid die ons doet rillen van vreugde en angst tegelijkertijd.
Maar wat is vriendschap eigenlijk? Is het een bizarre dans van apen, een idiote grap van de kosmos, een willekeurige verzameling van ongerelateerde objecten? Of is het iets dat dieper gaat, iets dat ons verbindt met de kern van het universum en ons in staat stelt om de mysteries van het leven te doorgronden? Of misschien is vriendschap gewoon een verzameling van willekeurige geluiden en kleuren die we hebben samengebracht in een dwaas spel van betekenisloze woorden en handelingen. Of misschien is het een magische kracht die ons doet zweven door de lucht als de zachte vleugels van een vlinder, ons meeneemt naar onbekende werelden en ons in staat stelt om te communiceren met de geesten van onze voorouders.
Wat het ook is, vriendschap is een mysterie dat we nooit helemaal zullen begrijpen. Het is een speeltuin van waanzin en verwarring, een wervelwind van chaos en gelukzaligheid. Maar ondanks al zijn absurditeit en onlogica, blijven we verliefd worden op dit grillige beest genaamd vriendschap, en blijven we het omarmen met open armen en een lach op ons gezicht. Want in de wereld van de waanzin is er niets zo kostbaar als een vriend, zelfs al is het een waanzinnige, onbegrijpelijke vriend.
Voor de dadaïsten was vriendschap een avontuur, een reis naar het onbekende en het onvoorspelbare. Zij zagen vriendschap als een manier om te ontsnappen aan de alledaagse werkelijkheid en om nieuwe horizonten te ontdekken. Vriendschap was voor hen geen last, maar een lust.
Dus, terwijl het waar is dat vriendschap soms kan leiden tot verraad en pijn, is het ook waar dat vriendschap kan leiden tot creativiteit, humor en vreugde. Misschien is het beter om vriendschap niet te zien als een illusie of een last, maar als een uitdaging en een kans om nieuwe ervaringen op te doen.
Vriendschap vanuit Machiavellistisch perspectief.
Vriendschap is een van de meest waardevolle relaties die een mens kan hebben. Maar wat betekent vriendschap eigenlijk? En hoe verhoudt vriendschap zich tot macht en politiek? In dit hoofdstuk wil ik een Machiavellistisch perspectief op vriendschap schetsen, gebaseerd op de ideeën van de beroemde Italiaanse filosoof en staatsman Niccolò Machiavelli (1469-1527).
Machiavelli is vooral bekend om zijn boek De vorst, waarin hij advies geeft aan heersers over hoe ze hun macht moeten behouden en vergroten. Machiavelli wordt vaak gezien als een cynische en immorele denker, die geen rekening houdt met ethiek of moraal. Hij zou alleen geïnteresseerd zijn in het bereiken van zijn doelen, ongeacht de middelen of de gevolgen. Volgens deze interpretatie zou Machiavelli vriendschap alleen zien als een instrument om zijn eigenbelang te dienen.
Maar is dit wel een eerlijke weergave van Machiavelli’s gedachtegoed? Ik denk van niet. Machiavelli was niet alleen een politiek adviseur, maar ook een historicus, een dichter, een toneelschrijver en een humanist. Hij had een brede belangstelling voor de menselijke natuur en de samenleving. Hij was ook zelf een vriend van vele invloedrijke personen in zijn tijd, zoals Lorenzo de’ Medici, Francesco Guicciardini en Francesco Vettori. Hij wist dus uit eigen ervaring wat vriendschap inhield en wat het betekende voor zijn leven.
Machiavelli had een realistische en pragmatische kijk op vriendschap. Hij erkende dat vriendschap gebaseerd is op wederzijds voordeel, maar ook op genegenheid en vertrouwen. Hij zag vriendschap als een bron van steun, troost en plezier in moeilijke tijden. Hij waardeerde vriendschap om zichzelf, niet alleen om wat het hem kon opleveren. Hij schreef bijvoorbeeld in een brief aan Vettori: “Ik houd meer van jou dan van wie dan ook ter wereld; want al heb ik niets anders dan mijn woorden om je te geven, ik geef ze je met meer liefde dan anderen je hun daden zouden geven.”
Machiavelli besefte ook dat vriendschap niet altijd gemakkelijk of stabiel is. Hij wist dat vriendschap onder druk kan komen te staan door conflicten, jaloezie, verraad of veranderingen in de omstandigheden. Hij waarschuwde dat vriendschap soms kan omslaan in vijandschap, vooral als er sprake is van concurrentie of rivaliteit om macht of eer. Hij adviseerde daarom om voorzichtig te zijn met het kiezen van vrienden en om niet te veel te vertrouwen op hun loyaliteit of eerlijkheid. Hij schreef in De vorst: “Men moet weten dat er twee soorten strijd zijn: de ene met wetten, de andere met geweld. De eerste is eigen aan de mens, de tweede aan de beesten; maar omdat de eerste vaak niet volstaat, moet men soms gebruik maken van de tweede. Daarom moet een vorst een beest kunnen zijn en weten hoe hij zich als zodanig moet gedragen.”
Machiavelli had dus een complex en genuanceerd beeld van vriendschap. Hij zag vriendschap niet als een ideaal of een illusie, maar als een realiteit en een noodzaak. Hij zag vriendschap niet als een doel op zich, maar als een middel om andere doelen te bereiken. Hij zag vriendschap niet als een garantie of een zekerheid, maar als een risico en een uitdaging. Hij zag vriendschap niet als een zwakte of een afhankelijkheid, maar als een kracht en een vrijheid.
Vriendschap vanuit Machiavellistisch perspectief is dus geen tegenstelling of paradox, maar een synthese en harmonie
Vriendschap is een belangrijk thema in de filosofie.
Veel filosofen hebben nagedacht over wat vriendschap is, waarom het waardevol is en hoe we goede vrienden kunnen zijn en vinden. Maar niet alle filosofen zijn even positief over vriendschap. Sommige filosofen staan zelfs afkerig van vriendschap, omdat ze denken dat het een obstakel is voor de wijsheid, de deugd of de autonomie. In dit hoofdstuk wil ik drie voorbeelden geven van filosofische stromingen die kritisch of sceptisch zijn over vriendschap: het cynisme, het stoïcisme en het existentialisme.
Het cynisme is een filosofische stroming die ontstond in het oude Griekenland. De cynici wilden zich bevrijden van alle conventies, normen en waarden die de samenleving oplegde. Ze leefden als honden (kynos betekent hond in het Grieks), zonder bezit, zonder schaamte en zonder respect voor autoriteit. Ze streefden naar een leven in overeenstemming met de natuur, zonder zich te laten leiden door emoties, verlangens of meningen van anderen. Vriendschap paste niet in dit plaatje, want het was een vorm van afhankelijkheid, sentimentaliteit en conformisme. De beroemdste cynicus, Diogenes, zou gezegd hebben: “Ik zoek een mens, maar ik vind alleen slaven.” Hij had geen vrienden nodig, alleen zichzelf.
Het stoïcisme is een andere filosofische stroming die ook in het oude Griekenland begon. De stoïcijnen wilden een leven leiden dat gebaseerd was op rede en deugd. Ze geloofden dat alles wat gebeurt volgens een goddelijke orde of logos is, en dat we alleen controle hebben over onze eigen houding en handelingen. Ze probeerden daarom onverschillig te zijn voor alles wat buiten hun macht lag, zoals rijkdom, gezondheid, roem of vriendschap. Vriendschap was voor de stoïcijnen niet iets slechts, maar ook niet iets noodzakelijks of essentieels. Het was een voorkeur (prohairesis), die ondergeschikt was aan de plicht (kathekon) en de wijsheid (sophia). De bekendste stoïcijn, Seneca, schreef: “Een wijze heeft genoeg aan zichzelf; toch heeft hij vrienden nodig, niet om in zijn behoeften te voorzien, maar om te oefenen in edelmoedigheid.”
Het existentialisme is een moderne filosofische stroming die ontstond in de 19e en 20e eeuw. De existentialisten benadrukten de vrijheid, de verantwoordelijkheid en de authenticiteit van het menselijk bestaan. Ze stelden dat de mens geen vaststaande essentie of doel heeft, maar zelf zijn eigen betekenis moet creëren in een absurd en zinloos universum. Vriendschap was voor de existentialisten een dubbelzinnig fenomeen. Aan de ene kant kon het een bron zijn van steun, troost en solidariteit in een vijandige wereld. Aan de andere kant kon het ook een valstrik zijn voor zelfbedrog, conformisme en ontsnapping aan de angst voor de vrijheid. De invloedrijke existentialist Jean-Paul Sartre schreef: “De hel, dat zijn de anderen.” Hij bedoelde daarmee dat we ons vaak laten bepalen door de blik of het oordeel van anderen, waardoor we onze eigenheid verliezen.
Zo zien we dat er verschillende filosofische stromingen zijn die afkerig staan van vriendschap, om uiteenlopende redenen. Maar betekent dit dat we vriendschap moeten afwijzen of vermijden?