BEWUST

ZIJN

Bewust zijn is een van de meest fundamentele en mysterieuze aspecten van het menselijk bestaan. We ervaren onszelf en de wereld om ons heen als een samenhangend geheel, maar we weten niet hoe dat mogelijk is. Hoe kan een fysiek brein een subjectief bewustzijn voortbrengen? Hoe kan een verzameling neuronen een ik-gevoel creëren? Hoe kan een materieel proces een immateriële kwaliteit hebben?

Dit zijn enkele van de vragen die de paradox van het bewust zijn vormen. Het is een paradox omdat het lijkt alsof er twee onverenigbare domeinen bestaan: het domein van de objectieve wetenschap en het domein van de subjectieve ervaring. Het eerste domein is gebaseerd op observatie, meting en verklaring. Het tweede domein is gebaseerd op introspectie, gevoel en betekenis. Het eerste domein is openbaar en toegankelijk voor iedereen. Het tweede domein is privé en alleen toegankelijk voor de persoon die het ervaart.

Hoe kunnen we deze twee domeinen met elkaar verbinden? Er zijn verschillende mogelijke antwoorden op deze vragen, maar geen daarvan is volledig bevredigend of overtuigend. Sommige antwoorden proberen het bewustzijn te reduceren tot het brein, door te stellen dat het bewustzijn niets meer is dan een complexe functie of eigenschap van het brein. Andere antwoorden proberen het brein te verrijken met het bewustzijn, door te stellen dat het bewustzijn een fundamentele of universele eigenschap is van alle materie. Weer andere antwoorden proberen het bewustzijn te scheiden van het brein, door te stellen dat het bewustzijn een onafhankelijke of bovennatuurlijke entiteit is die losstaat van het brein.

Geen van deze antwoorden kan echter de paradox volledig oplossen. Het reduceren van het bewustzijn tot het brein lijkt afbreuk te doen aan de uniciteit en waarde van onze subjectieve ervaringen. Het verrijken van het brein met het bewustzijn lijkt in strijd te zijn met de wetten en principes van de natuurwetenschappen. Het scheiden van het bewustzijn van het brein lijkt in strijd te zijn met de evidentie en invloed van de neurowetenschappen.

De paradox van het bewust zijn blijft dus een open uitdaging voor de filosofie, de psychologie en de neurowetenschappen. Het is een uitdaging die ons dwingt om na te denken over de aard en betekenis van ons bestaan. Het is een uitdaging die ons confronteert met de grenzen en mogelijkheden van onze kennis. Het is een uitdaging die ons inspireert om verder te zoeken naar een beter begrip van onszelf en de wereld.

Hoe kunnen we de kloof tussen het brein en het bewustzijn overbruggen?

In deze wil ik een ander mogelijk antwoord verkennen, dat gebaseerd is op de filosofie van de fenomenologie. De fenomenologie is een stroming die zich richt op de studie van de menselijke ervaring zoals die zich voordoet in ons bewustzijn. De fenomenologie probeert niet om het bewustzijn te verklaren in termen van iets anders, maar om het te beschrijven in termen van zichzelf. De fenomenologie gaat uit van de stelling dat er geen scheiding bestaat tussen het subject en het object, tussen de waarnemer en het waargenomene, tussen de denker en het gedachte. Er is alleen sprake van een eenheid of samenhang tussen deze aspecten, die we fenomenen noemen.

  • Een fenomeen is dus niet iets dat buiten ons bestaat, maar iets dat in ons bestaat.
  • Een fenomeen is niet iets dat we passief ontvangen, maar iets dat we actief vormgeven.
  • Een fenomeen is niet iets dat we objectief meten, maar iets dat we subjectief interpreteren.
  • Een fenomeen is niet iets dat we analyseren, maar iets dat we beleven.

De fenomenologie stelt dus voor om de paradox van het bewust zijn op te lossen door te erkennen dat er geen paradox is. Er is geen tegenstelling tussen objectiviteit en subjectiviteit, tussen wetenschap en ervaring, tussen brein en bewustzijn. Er is alleen sprake van verschillende perspectieven of niveaus van beschrijving van dezelfde realiteit. De realiteit die we ervaren als een samenhangend geheel.

In de volgende paragrafen zal ik verder ingaan op de filosofie van de fenomenologie en hoe deze kan helpen om de paradox van het bewustzijn te begrijpen.

De fenomenologie benadrukt het belang van onze eigen ervaring als het vertrekpunt voor elke vorm van kennis. We kunnen alleen weten wat we ervaren, en ons begrip van de wereld is daarom gebaseerd op onze eigen subjectieve waarneming. Volgens de fenomenologie bestaat er geen objectieve wereld die onafhankelijk is van onze waarneming ervan. De wereld die we ervaren is altijd al een geïnterpreteerde en betekenisvolle wereld.

In tegenstelling tot het reductionistische perspectief dat het bewustzijn probeert te verklaren in termen van iets anders, probeert de fenomenologie het bewustzijn te begrijpen als een inherente eigenschap van de ervaring zelf. Het bewustzijn is niet iets wat we hebben, maar wat we zijn. Het is de grondslag van onze waarneming, ons denken en ons handelen. We kunnen ons bewustzijn niet loskoppelen van onze ervaring, omdat het ons vermogen is om überhaupt iets te ervaren.

De fenomenologie stelt ook dat ons bewustzijn altijd gericht is op iets anders. Het bewustzijn is intentioneel, wat betekent dat het altijd gericht is op een object of een fenomeen. We kunnen ons niet bewust zijn zonder iets om bewust van te zijn. Dit is waar de fenomenologie de brug slaat tussen de objectieve en subjectieve wereld. Het bewustzijn is gericht op objecten, maar deze objecten krijgen betekenis en worden waardevol door onze subjectieve interpretatie ervan.

Een belangrijk concept in de fenomenologie is de “epochè”, wat “opschorting van oordeel” betekent. Dit is een methode om te onderzoeken hoe we onze ervaring interpreteren en hoe we betekenis geven aan objecten. Door onze oordelen op te schorten en onze interpretaties te onderzoeken, kunnen we ons bewust worden van de rol die onze eigen betekenisgeving speelt in onze ervaring. We kunnen ons bewust worden van de fenomenen die we ervaren en hoe we deze interpreteren.

In plaats van te proberen de paradox van het bewustzijn op te lossen door het bewustzijn te reduceren tot iets anders of te verrijken met iets anders, stelt de fenomenologie voor om de paradox te overstijgen door te erkennen dat er geen scheiding is tussen het subject en het object. Het bewustzijn is niet iets wat we hebben, maar wat we zijn. Het is de grondslag van onze waarneming, ons denken en ons handelen. De objecten die we waarnemen krijgen betekenis en waarde door onze subjectieve interpretatie ervan.

In essentie stelt de fenomenologie voor om te erkennen dat de wereld die we ervaren, inclusief onszelf, een samenhangend geheel is. Er is geen tegenstelling tussen objectiviteit en subjectiviteit, tussen wetenschap en ervaring, tussen brein en bewustzijn. Er is alleen sprake van verschillende perspectieven of niveaus van beschrijving van dezelfde realiteit. De realiteit die we ervaren als een samenhangend geheel.

Een woord, een woord, een woord. Woorden, woorden, woorden.

Woorden die zich verenigen en ontvouwen als een verhaal, als een stroom van betekenis en onzin.

Een tekst, een tekst, een tekst.

Zelfs een verhaal dat zijn eigen weg gaat

Zoem! Rinkel! Rinkelende bellen en toeters blazen terwijl we ons wagen aan het herschrijven van dit artikel vanuit een dadaïstisch perspectief. Vergeet alle regels en conventies van grammatica, syntaxis en betekenis. Het is tijd om onze creatieve, absurde en willekeurige geesten te laten gaan!

Hallo daar! Vandaag hadden we het over een buitengewoon interessant onderwerp – hoe we ons brein kunnen trainen om meer geluk te ervaren. De wetenschap heeft dus aangetoond dat er bepaalde oefeningen zijn die we kunnen doen om onze hersenen te stimuleren en ons meer gelukkig en tevreden te laten voelen. Een van deze oefeningen is bijvoorbeeld meditatie.

Maar wie heeft gezegd dat geluk ons doel moet zijn? Laat ons in plaats daarvan onze geesten openen voor het onverwachte en het absurde. Wat als we in plaats daarvan ons brein trainen om ons te laten ervaren wat we nog nooit eerder hebben gevoeld? Wat als we onszelf uitdagen om de conventionele opvattingen van geluk te doorbreken en ons laten leiden door toeval en chaos?

Misschien kunnen we ons brein trainen om te genieten van het geluid van een bromvlieg die in onze oren zoemt, of de geur van rottend fruit op een zomerse dag. Misschien kunnen we ons gelukkiger voelen door te dansen in de regen of door te spelen met ons eten in plaats van het op te eten. Wie heeft er eigenlijk gezegd dat ons geluk afhangt van wat we eten?

Laten we ons brein trainen om ons te laten genieten van de absurditeit van het leven. Laten we ons niet beperken door conventies en verwachtingen, maar in plaats daarvan ons laten leiden door de grillen van ons eigen willekeurige en chaotische brein. Vergeet geluk – laat ons de schoonheid ontdekken in het onverwachte en het bizarre.

En met dat in gedachten nemen we afscheid van dit artikel – of wacht, moeten we dat wel doen? Misschien kunnen we het artikel in stukken scheuren en er een kunstwerk van maken. Of misschien kunnen we het in brand steken en kijken naar de vlammen die omhoog schieten. Wie weet wat voor creatieve en absurde dingen we nog kunnen doen met dit artikel. Het is allemaal aan ons, de dadaïsten van ons eigen brein.