Vandaag wil ik jullie een verhaal vertellen over de bloemetjes en de bijtjes. Nee, niet dat verhaal. Een ander verhaal. Een verhaal dat absurd en nonsensicaal is. Een verhaal dat geen logica of moraal heeft, maar wel veel humor en fantasie. Een verhaal dat misschien nergens op slaat, maar wel ergens toe leidt. Een verhaal dat begint met een bloem en een bij.
Er was eens een bloem die heel erg eenzaam was. Ze stond in een veld vol met andere bloemen, maar ze voelde zich anders dan de rest. Ze had geen zin om te bloeien en te geuren, ze wilde iets spannends meemaken. Ze wilde avontuur. Op een dag zag ze een bij die rondvloog op zoek naar nectar. Ze werd meteen verliefd op de bij en riep hem toe: “Hé, jij daar! Kom eens hier! Ik heb iets voor je!”
De bij hoorde de bloem en vloog naar haar toe. Hij was nieuwsgierig naar wat ze te bieden had. Hij landde op haar kelk en keek haar aan. Hij zag dat ze een mooie bloem was, met rode blaadjes en een gele hart. Hij vroeg haar: “Wat heb je voor me?”
De bloem antwoordde: “Ik heb iets heel speciaals voor je. Iets wat je nog nooit hebt geproefd. Iets wat je zal verrassen en verblijden. Iets wat je zal doen zweven van geluk.”
De bij was geïntrigeerd door de woorden van de bloem. Hij vroeg haar: “Wat is het dan? Laat het me zien!”
De bloem zei: “Het is dit!” En ze spuwde een straal water in zijn gezicht.
De bij schrok zich een hoedje. Hij wist niet wat hem overkwam. Hij voelde zich nat en koud en boos. Hij riep: “Wat doe je nou? Waarom doe je dat? Dat is helemaal niet leuk!”
De bloem lachte hardop. Ze vond het hilarisch om de bij te plagen. Ze zei: “Dat is mijn grapje! Vond je het niet grappig? Ik wel! Ik heb je goed te pakken gehad!”
De bij was niet geamuseerd door het grapje van de bloem. Hij vond het gemeen en flauw. Hij zei: “Dat is geen grapje! Dat is pesten! Je bent een gemene bloem! Ik ga weg!”
De bloem smeekte hem om te blijven. Ze zei: “Nee, nee, nee! Ga niet weg! Het spijt me! Ik wilde je alleen maar laten lachen! Ik vind je leuk! Blijf bij me!”
De bij twijfelde even. Hij zag dat de bloem spijt had van haar daad. Hij voelde ook iets voor haar, ondanks haar streek. Hij besloot om haar nog een kans te geven. Hij zei: “Goed dan. Ik blijf bij je. Maar alleen als je belooft om nooit meer zoiets te doen.”
De bloem beloofde het plechtig. Ze zei: “Ik beloof het! Ik zal nooit meer zoiets doen! Ik zal lief voor je zijn! Dank je wel dat je bij me blijft!”
De bij gaf haar een kusje op haar hart en zei: “Graag gedaan. Je bent toch wel een lieve bloem.” En zo begon hun avontuur samen. Ze reisden de wereld rond, van veld naar veld, van tuin naar tuin, van bos naar bos.
Ze zagen allerlei wonderlijke dingen, zoals een regenboog die uit een fontein kwam, een koe die op een fiets reed, een vogel die kon praten, een vis die kon vliegen, een kat die kon zwemmen, een hond die kon zingen en nog veel meer.
Tijdens hun avonturen kwamen ze ook andere bloemen en bijen tegen. Sommige waren vriendelijk, andere waren gemeen. Maar ze lieten zich niet ontmoedigen door de slechte ervaringen. Ze bleven samen en genoten van het leven.
Op een dag kwamen ze aan bij een groot veld vol met bloemen. De bij werd meteen aangetrokken door de zoete geur die er hing. Hij vloog naar de bloemen toe en begon er nectar te verzamelen. De bloem keek hem vol bewondering na. Ze vond het geweldig hoe behendig de bij was. Ze besloot om ook nectar te maken en te geven aan andere bijen. Ze voelde zich nuttig en gelukkig.
Zo kwamen de bloemetjes en de bijtjes aan het einde van hun avontuur. Ze hadden veel meegemaakt en geleerd. Ze waren sterker en wijzer geworden. Ze hadden vriendschap gevonden en liefde. En dat was het belangrijkste van allemaal.
En zo sluit ik mijn verhaal af. Hopelijk hebben jullie er net zoveel van genoten als ik. Of misschien zelfs meer, wie weet? De bloemetjes en de bijtjes hebben in elk geval genoten van hun avontuur. En daar gaat het uiteindelijk om, nietwaar?
Met vriendelijke groet,
De verhalenverteller
Het bloemetjes en bijtjes gedichtje
De bloemetjes waren rood en blauw en geel
Ze groeiden in het gras en in de lucht
Ze zongen liedjes van suiker en zout
Ze dansten met de wind en met elkaar
De bijtjes waren zwart en wit en grijs
Ze vlogen door de bomen en door het vuur
Ze maakten honing van peper en azijn
Ze staken met hun angels en met hun tong
Op een dag ontmoetten de bloemetjes en de bijtjes elkaar
Ze keken naar elkaar met nieuwsgierigheid en verwondering
Ze roken aan elkaar met lust en afkeer
Ze raakten elkaar aan met tederheid en pijn
Ze besloten om samen op reis te gaan
Ze gingen naar het noorden en naar het zuiden
Ze zagen bergen van glas en meren van olie
Ze hoorden trommels van blik en fluiten van been
Ze kwamen aan in een stad vol mensen
Ze liepen over straten van papier en bruggen van touw
Ze aten brood van steen en soep van zeep
Ze dronken wijn van bloed en melk van zweet
Ze gingen naar een museum vol kunst
Ze bewonderden schilderijen van schaduw en beelden van lucht
Ze lazen gedichten van stilte en boeken van leegte
Ze speelden muziek van chaos en dansen van dood
Ze gingen naar een theater vol drama
Ze zagen een stuk over oorlog en vrede
Ze lachten om een komedie over liefde en haat
Ze huilden om een tragedie over leven en dood
Ze gingen naar een kerk vol geloof
Ze baden tot een god van licht en duisternis
Ze zongen een hymne van vreugde en verdriet
Ze kusten een kruisbeeld van hout en ijzer
Ze gingen naar een hotel vol passie
Ze huurden een kamer met een bed en een spiegel
Ze kleedden zich uit met schaamte en trots
Ze vrijden met hartstocht en geweld
De volgende dag namen de bloemetjes en de bijtjes afscheid
Ze keken naar elkaar met dankbaarheid en spijt
Ze roken aan elkaar met genot en walging
Ze raakten elkaar aan met liefde en haat
De bloemetjes gingen terug naar het gras en naar de lucht
De bijtjes gingen terug naar de bomen en naar het vuur
Ze vergaten elkaar snel en voor altijd