Kwakzalverende kwartels kwaken kleurrijk in koele korenvelden,
Terwijl dansende dodo’s doelloos deinen op onzichtbare melodieën van gouden helden.
België, schuddend onder de schaduw van spookachtige tirannie,
Omarmt de regenboog van absurditeit in een vreemd surrealistisch orgie.
Dictators dansen dwaas met denkbeeldige dromedarissen in het donker,
Terwijl grootmachten giechelen en stoeien in een speeltuin zonder parkwachter.
Een wereld vol verwarring, met de geur van willekeurige woorden in de lucht,
Vreemd en zonder betekenis, als een droom die de slapende dodo fluistert in de ochtendzucht.
Filosofische kwellingen worden weerspiegeld in de glinsterende ogen van pratende papegaaien,
Terwijl de kwijlende klokken van de tijd luiden over de vlakte van vergeten verhalen.
Een krankzinnige klucht van chaos en onzin, een surrealistisch ballet van het bestaan,
In de wirwar van absurditeit vinden we misschien een glimp van betekenis, als een dauwdruppel in de ochtendregen.