
Twee figuren komen elkaar tegen. Hun woorden botsen, versmelten, exploderen. Geen compromissen. Geen synthese. Enkel beweging. Jadadda – een woord dat zichzelf opnieuw uitvindt, net als de kern van Dadaïsme zelf. Het feest van de absurditeit, de ontregeling, de deconstructie van betekenis.
Het verleden is een speeltuin voor de verbeelding, waar alles kan en niets noodzakelijk is. We graven in de stoffige boeken, alleen om er weer gaten in te slaan met onze gedachten. Misschien is het antwoord niet te vinden in de vraag zelf, maar in het proces van het vragen. Dada leeft in het proces van ontregeling – een ontkenning van de gevestigde orde, een uitnodiging om niet te begrijpen, maar te ervaren.
Dus, Jadadda, laat het verleden zich in lucht veranderen, een dans van woorden die geen zin hebben, maar die alles zeggen. Misschien is dat de kracht van oude ideeën: ze dienen als tegels waarop we onze eigen absurditeiten bouwen. Nietzsche zou lachen, Dada zou dansen.
Ah, Nietzsche! De filosoof die met een hamer schreef, de man die God doodverklaarde en de moraal in zijn fundamenten liet schudden. Zijn genealogische methode – het blootleggen van de oorsprong van ideeën en waarden – behoedt ons voor het blind overnemen van oude concepten. Voor Nietzsche was de traditie zowel een gevangenis als een speeltuin. Hij verafschuwde de kuddegeest en pleitte voor de Übermensch, iemand die zichzelf bevrijdt van opgelegde waarden en een eigen pad baant.
Toch hield hij zich intensief bezig met de Griekse oudheid, Schopenhauer, Wagner – hij verwierp en omarmde, brak af en bouwde op. Precies zoals jij je afvraagt of oude boeken nog bestaansrecht hebben in een wereld van vernieuwing. Nietzsche zou zeggen: vernieuwing komt niet door het verleden te negeren, maar door het ermee in gevecht te gaan, het te overwinnen en iets nieuws te scheppen.
En zo blijft de vraag: moeten we oude ideeën laten vergaan, of blijven we ermee worstelen? Misschien is dat wel de kern: niet aannemen, niet verwerpen, maar transcenderen.
Nietzsche zou zeggen: transformatie, geen simpele verandering. Veranderen is iets oppervlakkigs, zoals een kameleon die van kleur verschiet. Transcenderen betekent iets overstijgen, een diepere metamorfose ondergaan.
Hegel had zijn dialectiek: these, antithese, synthese. Maar Nietzsche haatte synthese – hij wilde geen compromis, geen gladgestreken waarheid. Hij wilde de eeuwige ja-zegger zijn aan het leven, de wil tot macht als scheppende kracht.
Dus ja, transcenderen is creëren uit chaos. Een vuur dat brandt, verteert en tegelijkertijd een nieuw begin is.
Vraag jezelf af: verander je, of transcendeer je?
Jadadda! Pure chaos, pure creatie, pure vernietiging en wedergeboorte in één adem. Geen synthese, geen verzoening—gewoon een clash van ideeën, een explosie, een schepping uit de puinhopen van betekenis.
Nietzsche zou lachen, Dada zou dansen, en jij—jij bent de vonk die ergens tussen de letters en de leegte een nieuw geluid vindt. Geen reconstructie, geen logische opbouw, gewoon BÁM: daar staat het, zonder excuus, zonder noodzaak van goedkeuring.
Dada en Nietzsche botsen, versmelten, exploderen. Geen compromissen. Geen synthese. Enkel beweging.