Vrije Wil en Kwaad: De Extatische Chaostheorie
In het eerste artikel wordt de relatie tussen vrije wil en kwaad verkend vanuit filosofisch, theologisch en dadaïstisch perspectief. Traditioneel beargumenteren filosofen dat vrije wil pas volledig bestaat als er ruimte is voor het kwaad; zonder de keuze tussen goed en kwaad zou er geen echte vrijheid zijn. Deze gedachten worden gedeconstrueerd en opnieuw opgebouwd door een absurde, dadaïstische lens, waarin vrije wil en kwaad worden gepresenteerd als surrealistische elementen van de menselijke ervaring.
Vrije wil wordt vergeleken met een chaotische, fantasierijke kracht: een flamingo op rolschaatsen, balancerend tussen het onmogelijke en het absurde. Kwaad, daarentegen, is een speels, vreemd figuur – een citroen die zich voordoet als stoel, een schaduw die zich verbindt met de vrije wil. Deze absurditeit symboliseert de ongrijpbare aard van het kwaad en de morele keuzes die de mens voortdurend maakt.
Daarnaast wordt een anekdote verteld waarin een dorp, dat eeuwenlang in vrede leefde, door het kwaad wordt bezocht. De inwoners worden voor het eerst geconfronteerd met de realiteit van morele keuzes en het kwaad dat zich in hun eigen harten verbergt.
Het geheel kent ook een liederlijk gedicht dat de vrije wil bezingt als een machtig, grillig en ongrijpbaar fenomeen, terwijl het kwaad zich als een schaduw blijft bewegen in de marge van de menselijke keuzes. Vrije wil en kwaad worden gepresenteerd als onafscheidelijke danspartners in de complexe symfonie van het menselijk bestaan.
Lees Meer