HAHA en een Hak op de HakkETak
Mijn excuses voor de beknoptheid. “HAHA Hak op de HakkETak” is een werk dat de absurditeit van sociale structuren onderzoekt en de rol van eerlijkheid in organisaties reflecteert. Het gebruik van dadaïstische technieken benadrukt de tegenstrijdigheden in onze samenleving en stelt kritische vragen over macht en samenwerking. Vanuit een menswetenschappelijk perspectief stelt het werk de lezer wel in staat om na te denken over hoe persoonlijke authenticiteit zich verhoudt tot maatschappelijke verwachtingen en hoe waarheden in sociale systemen worden gevormd en gemanipuleerd.
In een kritische reflectie over de huidige staat van de Kerk van Zonnebeke en de bredere maatschappelijke context, wordt de rol van gevestigde structuren in vraag gesteld. De kerk, die ooit een symbool was van gemeenschap en traditie, wordt gezien als een overblijfsel van dogma’s en controle, die nu vooral kosten met zich meebrengt zonder waarde toe te voegen. Het argument wordt geponeerd dat, in plaats van belastinggeld in de restauratie van deze ‘ruïne’ te pompen, er behoefte is aan een herwaardering van wat werkelijk van betekenis is voor de gemeenschap.
In de bredere politieke context wordt het idee van verzet tegen starre systemen belicht, met een nadruk op anarchisme en dadaïsme. Het anarchistische perspectief benadrukt de noodzaak voor horizontale samenwerking en het doorbreken van hiërarchieën, terwijl het dadaïstische standpunt stelt dat de absurditeit van onze tijd ruimte moet geven aan nieuwe vormen van expressie. Samen bieden deze visies een oproep tot verandering, niet door het redden van verouderde structuren, maar door iets nieuws te creëren dat zichzelf staande houdt.
De gevestigde reacties op deze oproep tot vernieuwing worden echter snel afgedaan als louter bureaucratisch en conservatief. De kerk, volgens de Kerkfabriek en lokale politiek, wordt nog steeds beschouwd als erfgoed, ondanks dat het weinig functie meer vervult voor de gemeenschap. Dit duidt op een bredere passiviteit in de samenleving, waar mensen zich vaak niet geroepen voelen om zich tegen de gevestigde orde te verzetten. De vraag wordt gesteld of het nog wel de moeite is om een bevolking te helpen die zich zo weinig beweegt, en of het wellicht tijd is om verder te kijken dan wat er nu is en een radicaal andere toekomst te omarmen.
De tekst sluit af met een krachtige oproep om niet langer vast te houden aan verouderde structuren, zoals de kerk, en in plaats daarvan te bouwen aan iets nieuws, een revolutie die zich niet baseert op het behouden van wat was, maar op het creëren van wat kan zijn.
Lees Meer